Er zijn verschillende soorten wratten met diverse klachten en symptomen:

Gewone wratten zijn bloemkoolachtige, scherp begrensde bobbels, meestal meerdere. Ze zitten vooral aan de handen en soms op de knieën, onder de oksel, op de ellebogen en het gezicht.

Voetwratten zitten onder de voet, op de voetzool. Er zijn twee typen: de mozaïekwrat (die zich oppervlakkig uitbreidt) en de doornwrat (die naar binnen groeit en pijnlijk is).

Vlakke wratten zijn glad, vlak en slechts enkele millimeters groot. Het is een huidkleurig of lichtbruin bobbeltje. De vlakke wrat komt voornamelijk voor op gezicht, armen en benen.

Venuswratten (genitale wratten) komen voor rond de anus of de geslachtsorganen, voornamelijk bij volwassenen. Overdracht van het virus kan via seksueel contact plaatsvinden. Voor volwassenen met genitale wratten is het aan te raden zichzelf en hun partner op andere seksueel overdraagbare aandoeningen te laten onderzoeken.

Waterwratjes (bolhoedwratjes of luchtpukkels) zijn kleine gladde bolletjes met een putje, meestal veel tegelijk. Ze komen vooral voor bij kinderen onder de vijf jaar en zijn zeer besmettelijk. Behandeling van waterwratjes is niet nodig, deze gaan vanzelf weer weg.

Wratten worden veroorzaakt door een virusinfectie en zijn daarom besmettelijk. Ze ontstaan drie tot zes maanden nadat de huid met het virus in contact is gekomen. Er bestaan wel dertig soorten virussen die wratten veroorzaken en verder onschuldig zijn. Kinderen hebben eerder last van wratten dan volwassenen, omdat hun afweersysteem vaak nog niet zo sterk is. Als wratten op dezelfde plaats terugkomen, wil dat zeggen dat het virus nog aanwezig is. Wratten hebben geen 'wortel' waardoor ze weer zouden kunnen aangroeien.

Het is verstandig in de volgende gevallen een arts te raadplegen:

• Bij wratten die spontaan gaan bloeden of plotseling van kleur of grootte veranderen.
• Bij wratten die op of rond de geslachtsorganen zitten.
• Bij wratten die in het gezicht zitten.
• Wanneer een kind dat jonger is dan vier jaar wratten heeft.
• Wanneer drie maanden zelfbehandeling onvoldoende resultaat heeft opgeleverd.
• Wanneer je last hebt van een verstoorde afweer.

Hoe voorkom je wratten en wat kun je er zelf tegen doen? Wratten verdwijnen vaak uit zichzelf. Ongeveer tweederde is na twee jaar verdwenen. Met de volgende maatregelen is de kans op het krijgen of uitbreiden van wratten het kleinst.

• Krab of peuter niet aan de wrat, dit om uitbreiding te voorkomen.
• Draag schoenen of badslippers in zwembaden, doucheruimten, sauna’s en sportzalen.
• Was en droog je voeten grondig na een bezoek.
• Maak geen gezamenlijk gebruik van handdoeken en dergelijke.

Bij voetwratten:

• Was de voeten elke dag, het liefst met weinig (pH-neutrale) of geen zeep. Droog ze goed af.
• Draag elke dag schone (katoenen of wollen) sokken die zweet goed opnemen.
• Draag goed passende en ventilerende schoenen, liefst van leer. Wissel schoenen dagelijks af.

Er zijn verschillende middelen tegen wratten. Wratten kun je zelf verwijderen of dit door je huisarts laten doen. De wrat kun je aanstippen met aanstipvloeistof met salicylzuur (niet bij waterwratjes) of je kunt deze laten bevriezen.

Wratten aanstippen

Week een sterk verhoornde wrat eerst in warm water en schuur deze vervolgens met een stukje puimsteen. Vermijd bij de behandeling contact met de gezonde huid. Bescherm de omliggende huid met een pleister of smeer deze in met vaseline, zinkzalf of zinkolie. Stip daarna de wrat aan met salicylcollodium. Breng bij kinderen liever geen aanstipvloeistof op grote huidoppervlakten aan.

Wratten bevriezen met vloeibare stikstof

Je kunt wratten ook verwijderen met behulp van vloeibare stikstof, bijvoorbeeld bij je huisarts. Je kunt dit ook zelf doen (met Wartner), maar gezien de mogelijke risico’s kun je bevriezing beter door een arts laten uitvoeren.

Alle informatie lees je in de folder Wratten.

Wil je meer weten over dit onderwerp, jouw gezondheid of de geneesmiddelen die je gebruikt? Kom dan gerust eens langs bij Alphega apotheek. Wij zijn je graag van dienst.

Ook voor geneesmiddelen die je zonder recept koopt, raden we aan te laten controleren of ze samengaan met eventuele andere geneesmidelen die je al gebruikt. Geef het gebruik van deze zelfzorgmiddelen dan ook altijd door aan jouw apotheek.